Ademhalingsoefeningen

1. Tackle de snoeppot

Staat de snoeppot op je bureau? Weg ermee, ook al is het nog zo gezellig dat collega’s langskomen om een dropje te pikken. Zet liever een schaal met fruit of snoeptomaatjes neer. Staat de pot met snoep elders in de buurt? Spreek met de eigenaar af dat jij géén snoep meer zal pakken. Dan kan hij of zij je helpen als je toch in de verleiding komt.

2. Bepaal je eigen ‘snack-taks’

Ben je dol op frituur en op fastfood en is dat ook te koop in jullie kantine? Spreek met jezelf een vaste dag af waarop je zo’n snack mag nemen. Maak het bijvoorbeeld vrijdag krokettendag of hamburgerdag en eet er dan wat rauwkost en een volkorenbroodje bij.

3. Herken je honger

Zit je geconcentreerd te werken en krijg je ineens veel zin om iets te eten, vooral iets zoets? Dat zijn wellicht je hersenen die last krijgen van ‘concentratiehonger’. Wat dan helpt is beweging. Een wandeling van 5 minuten (of een paar trappen op en af) zorgt ervoor dat je bloed weer gaat stromen, dat je verse zuurstof binnenkrijgt en je hoofd opfrist. Zonder iets te eten! Denk niet: dit kost te veel tijd. Nee, zo’n beweegpauze zorgt juist dat je daarna weer fris en geconcentreerd aan het werk gaat.

4. Leg een noodvoorraad aan

Natuurlijk krijg je weleens trek, bijvoorbeeld als je het ontbijt of de lunch door tijdgebrek moest overslaan. Zorg voor een gezonde voorraad snacks in je tas of la. Vers fruit is altijd goed, net zoals kleine porties noten, volkoren knäckebröd of rijstwafels. Is er een koelkast op je werk? Neem dan portieverpakkingen yoghurt of kwark mee, gekookte eieren, plakjes kaas of wat rauwkost en hummus.

5. Vorm een team

Er zijn natuurlijk collega’s die minder met gezond eten bezig (willen) zijn dan jij. Zij eten bijvoorbeeld elk gebakje dat langskomt, slaan weleens de lunch over en gaan zich dan later te buiten aan chocolade of ze vinden dat het élke dag krokettendag is. Misschien heb je met zulke collega’s moeite om ‘braaf’ te zijn en toch gezond te blijven eten? Zoek dan medestanders, collega’s die wel openstaan voor gezond eten. Met hen kun je lunchen of een lunchwandeling maken.

6. Leer nee zeggen

Het is echt niet nodig om ‘ja’ te zeggen op elk gebakje dat langskomt. Oefen in het vastberaden ‘nee’ zeggen. Je hoeft geen reden op te geven, maar je kunt het wel vriendelijk afslaan. Zeg bijvoorbeeld: ‘Het ziet er heerlijk uit, maar ik hoef niet, dank je wel’. Collega’s die toch blijven aandringen maken het je onnodig moeilijk. Niemand kan je verplichten om die taart te eten! Kom je er echt niet onderuit? Neem een klein stukje, voor de smaak.